In het Pinksterweekend hebben 26 jeugdschakers van VAS en AdA’04 een fantastische reis door Europa gemaakt. Zij achtervolgden de zware Russische crimineel Kleptomanov. Zijn handlanger was één van de aanwezigen bij het jaarlijkse Schaakkamp.
Die aanwezigen waren een bonte verzameling van vreemde figuren: een eurocommissaris (Enrico Vroombout), een bedelaar (Deborah Ng), een straatmuzikant (Milan Ramer), een Fransman (Elmer van Eeghen), een Schot (Remy Hakvoort), een Spaanse Carmen (Anita Schorn), een Hollandse dame in een oranje Bavaria-jurkje (Coleta Azzara’), een Italiaanse (Natasja van Rens) en een douanier/handelaar (Elco Hakvoort). De handelaar verkocht tickets om van het ene land naar het andere land te kunnen komen. Vaak vroeg hij absurd hoge prijzen voor zijn tickets. Er werd dan ook driftig onderhandeld om tot lagere prijzen te komen. De 26 deelnemers waren verdeeld over vijf Europese landen: Spanje, Italië, Frankrijk, Holland en Schotland. Niet toevallig zijn er ook schaakopeningen naar deze landen vernoemd. De vijf landen (spelgroepen) moesten samen optrekken om de zware Russische crimineel en zijn handlanger te pakken te krijgen. Dat was niet makkelijk. Want soms moesten de vijf landen gezamenlijk één ticket kopen. Op één moment weigerde Frankrijk om twee muntjes neer te leggen voor een nieuw ticket. Toen was er een groot probleem, want de andere vier eurolanden hadden al wèl betaald. Zij probeerden Frankrijk alsnog te bewegen toch te betalen. Tevergeefs. Schotland kwam toen op het idee om dan maar zelf voor Frankrijk te betalen. Maar dat wilden Italië, Spanje en Holland niet doen. De oplossing van de crisis stond op losse schroeven. Uiteindelijk besloot een meerderheid van de Fransen (60%) om toch maar wel te betalen. Europa was gered, de achtervolging op de Russische crimineel en zijn handlanger kon doorgang vinden.
Ondertussen vonden er ook allerlei andere activiteiten plaats. Natuurlijk zijn de traditionele kampspelletjes gespeeld: levend stratego èn het altijd amusante douanespel. Bij de speurtocht en de sportmiddag droegen alle landen hun eigen vlaggen met zich mee. Die vlaggen hadden de landen als eerste activiteit van het schaakkamp gemaakt. Lekker verven met de nationale kleuren van de vijf landen. Het ene land had een nog mooiere vlag gemaakt dan het andere. Nour Eddine Schoemaker deed de presentatie van zijn nationale vlag op onnavolgbare wijze. En dat gold eigenlijk ook voor Milo Cornelissen (Frankrijk) en Samuel Cohn (Spanje). Na de sportmiddag is er natuurlijk trefbal gespeeld. Voorgaande jaren wonnen de begeleiders eigenlijk altijd. Want op het eind bleven altijd Elmer van Eeghen en Elvis Somers over. Vroeger, toen Elvis nog een klein mannetje was, gooide Elmer hem dan altijd af. Maar kleintjes worden groot, en dit jaar waren de rollen omgekeerd. “Jee, ik heb gewonnen!” riep Elvis enthousiast uit. Elvis zat sowieso in een succesvol groepje. Want met Milo Cornelissen, Tyro Bekedam, Iwan Bekedam en Floris Brouwer aan zijn zijde, verdiende Frankrijk heel veel muntjes bij de speurtocht èn bij de sportmiddag. Dat kon van Schotland niet gezegd worden. Want de Schotten Myron en Veron Roesink, Sage Sampson, Koen van Remundt, Christiaan Hüner en Dirk Tollenaar scoorden maar weinig punten.
Het Superdoorgeefschaak tussen de teams van jeugdleiders Bas de Melker (AdA’04) en Enrico Vroombout (VAS) eindigde in een onbeslist (6½-6½). De gebroeders Roesink zaten, hoe kan het ook anders, weer tegenover elkaar (aan bord 1). Maar omdat je met 13 borden niet kunt doorgeefschaken, speelden Bas en Enrico zelf ook mee (aan bord 14). Die partij telde natuurlijk niet mee (maar ik won), waardoor het gelijke spel ontstond.
In de avonden werd bij het kampvuur het thema, de reis door Europa, geëvalueerd. De handlanger van de Russische crimineel voelde de hete adem van de Europeanen in zijn/haar nek. Gelukkig waren de meeste Europeanen na het kampvuur al snel verwikkeld in een fabuleus kussengevecht. Weinigen durfden zich daartussen te voegen. De jongste van het hele kamp, Maarten Hoeneveld, kwam helaas niet helemaal ongeschonden uit die strijd.
Helemaal op het einde van het schaakkamp kwamen natuurlijk de pannenkoeken op tafel. De koks Jos Arts en Bas de Melker hadden zich geweldig uitgesloofd en 157 pannenkoeken gebakken. Voorwaar een geweldige prestatie. Eén pannenkoek was heel speciaal. De Russische crimineel Kleptomanov had een speciale pannenkoek laten bakken voor zijn handlanger. Die speciale pannenkoek was voor…… de bedelaar. Bedelaar Deborah Ng wist niet hoe gauw ze weg moest sprinten. Op haar slippers kwam ze toch een heel eind voordat alle Europeanen haar hadden ingehaald. Ze verklapte de laatste aanwijzing en gaf aan waar een deel van de buit verborgen lag: op de warmste plek van het kamp. De kampvuurkuil dus. Alle Europeanen snelden naar die plek en vonden daar heel veel snoepzakken.
Het zonovergoten schaakkamp kwam daarmee ten einde. Alle jeugdspelers waren doodop. Sommigen bleven ’s anderendaags thuis om bij te komen.
Op de foto-pagina staan nog veel meer foto’s van dit onvergetelijke schaakkamp.
tekst: Enrico Vroombout