Op de laatste clubavond van het seizoen heeft Veron Roesink zijn grootste schaaksucces tot dusverre behaald. Hij werd op spectaculaire wijze algemeen clubkampioen van het VAS. Hij won een match over twee partijen van FIDE-meester Aran Köhler (ELO 2250).
De match kende een zeer spectaculair verloop. In de eerste partij werd Veron ondanks inventief spel toch volledig overklast. Het paste in het beeld dat kenners vooraf van deze match hadden geschetst: Aran als oppermachtige speler en dé favoriet om deze match te winnen. En Veron als inventieve speler die ondanks goed spel toch wordt overklast. Maar het liep dus anders. En dat is heel knap van vooral Veron. Want Aran behoort al tientallen jaren tot de 100 sterkste schakers van Nederland. Hij is FIDE-meester, regerend kampioen van Amsterdam en winnaar van heel veel schaaktoernooien. Maar toch, die eerste partij was een echt duel tussen twee heel goede schakers. Een partij die de volledige bedenktijd opslokte.
De tweede partij was eveneens een ‘full blooded struggle’. Maar deze keer zegevierde Veron op verrassende wijze. Daarmee had hij dus voor het eerst in zijn leven gewonnen van een FIDE-meester. Dat was hem tevoren nog nooit gelukt. Wellicht had hij zelfs nog nooit tegen een FIDE-meester gespeeld. Daarna was het snelschaaktijd: snelschaken totdat één van de twee een punt scoort. Het zogenoemde Golden Point. En dat golden point scoorde Veron meteen in de eerste snelschaakpartij.
Inmiddels was het ruim na middernacht geworden. Deze zinderende match met verrassende uitslag kende jammer genoeg weinig toeschouwers. Maar dat maakt de prestatie van Veron er niet minder om. Na het winnen van de eerste cyclus, won hij dus ook de match tegen FIDE-meester Aran Köhler en werd daarmee clubkampioen van de oudste schaakvereniging van Nederland. Daarmee treedt hij in de voetsporen van onder meer Max Euwe, Pim Ghijsen en Enrico Vroombout.
Volgend seizoen speelt Veron in het eerste team van VAS. Daar is hij beslist een aanwinst. Vanaf heden moet hij sterke tegenstanders krijgen om zich verder te kunnen ontwikkelen in het schaakspel.
tekst: Enrico Vroombout