Zoals Kayen het treffend verwoordt: “Ik had meer van je verwacht.”
Het was een spannende KNSB-wedstrijd, uit tegen het team van BovenIJ/De Volewijckers 2. We waren bezig met precies het omgekeerde van een STAART. Het waren de bovenste borden die het verschil gingen maken. Dat is heiligschennis natuurlijk. Dus de goden staken daar geheel terecht een stokje tussen.
Jeugdtrainer en vader Edgar liep een rondje door de buurt. “Er is hier he-le-maal niets. Maar ja, 80 m2 voor vier ton – ik kan het begrijpen…” Het troosteloze weer hielp ook niet mee. Ook de zwanen in het meer aan Het Zwanenmeer dobberden verloren rond.
Over de partijen van Kayen en Tobias kunnen we kort zijn. Ze gaven vroeg een stuk weg. En dan is het roeien tegen de stroming in. Allebei vochten ze wel dapper tot het eind, en probeerde het knap lastig te maken.
Maurits leek een veelbelovende aanval te starten, maar liet toe dat het dichtgeschoven werd. Toen bleek het toch wat benard allemaal. De tegenstander drong binnen en er viel niet veel meer aan te doen. Maar Maurits heeft de analyse wél dik gewonnen. “Hij zag werkelijk alles”, hoorde ik de tegenstander zeggen tegen een teamgenoot.
Lani was als eerste klaar. Trots was hij, want eerder dan Maurits klaar zijn is een prestatie op zich. Hij kwam niet echt lekker te staan, maar de tegenstander had geen vertrouwen in zichzelf en bood remise aan. Een fijn cadeautje aan onze verloren zoon.
En toen kwam het dus op de kop aan. Ivo was weer eens een geniaal partijtje op de mat aan het leggen. Na een paar subtiele zetten dwong hij een klein kwaliteitsverlies (toren tegen paard en loper) af. Hoezo zou je een ‘verlies’ willen afdwingen? Nou, Ivo had heel goed op waarde geschat dat zijn stukken gingen domineren. Alles bij zijn tegenstander stond vast en de ene na de andere krachtzet kwam eraan te pas.
Imre en Saffran wonnen vroeg een beetje materiaal. Vanaf dan is het een kwestie van netjes uitspelen – en dat deden ze uitstekend. Zo maakt onze jongste jeugd van het team weer een uitstekende beurt!
En dan ondergetekende, op bord 2. De hele partij alle controle, gratis een pionnetje meegesnoept. Kat-in-het-bakkie was het ook weer niet, maar zo veel kon er toch ook niet misgaan?
Totdat het paard van de tegenstander uit de as herrees, vergeten om dat ding voor eeuwig en altijd in te sluiten. En dat vanwege angst op zetherhaling.
Achteraf gezien was dat zeker beter geweest, want na die verkeerde keuze ging het langzaam de verkeerde kant op. Nog in de ontkenningsfase werd niet op tijd aan de noodrem getrokken en liep het zelfs helemaal verkeerd.
Zo word je niet de held van de dag, maar de schlemiel van de dag. En daarvoor schaak je dan vrijwillig tot half zes…
Het team blijft zo met lege handen achter: 4,5-3,5 verlies.
In de stromende regen naar huis herpakten we ons. “Ik ben niet van suiker hoor”, zei een wijs man. Kampioenschap moet nog steeds mogelijk zijn!
Tekst: Samuel Cohn