
Rudolf Leizerowitz, geboren op 30 augustus 1919 te Amsterdam, was de tweede zoon van de Poolse Mozes Leiserowitz en de Duitse Emma Jonas, die in 1912 via Antwerpen naar Amsterdam kwamen. Hij had een oudere broer, Arthur Abraham, en twee jongere zusjes, Frieda en Esther. De Poolse achternaam Leiserowitz was blijkbaar te moeilijk voor de Amsterdamse ambtenaren van de burgerlijke stand, want Rudolf werd officieel geregistreerd als Leizerowicz, zijn broer Arthur als Leiserowitz, zijn zus Frieda als Leizerovvicz, en zijn zus Esther weer als Leiserowitz. Vader Mozes Leiserowitz was schoenmaker en had een bloeiende zaak aan huis. Elk jaar tijdens de Joodse feestdagen in september plaatste hij een advertentie in het Nieuw Israëlietisch Weekblad waarin hij zijn clientèle een gelukkig nieuwjaar wenste. Het gezin verhuisde in 1927 naar de Recht Boomssloot 50-huis. De kinderen volgden lager onderwijs op een van de buurtscholen. Arthur ging slechts vier jaar naar de lagere school en kreeg daarna vier jaar les op de afdeling schilderen van de Avondambachtsschool. Mogelijk volgde zijn broer Rudolf hetzelfde traject, want beide broers werden namelijk huisschilder van beroep. Rudolf was in zijn vrije tijd een verwoed schaker. Hij werd in 1938 junioreslid bij VAS.

Rudolf en Arthur zijn beiden opgepakt op zondag 23 februari 1941 bij de eerste grootschalige razzia in bezet Nederland. Hun huis in de Nieuwmarktbuurt lag op een steenworp afstand van de door gewapende Duitse politieagenten afgesloten Jodenbuurt. 427 Joodse mannen tussen de 20 en 35 jaar werden daar opgepakt en op het Jonas Daniel Meijerplein en het Waterlooplein verzameld. Aanleiding voor de razzia’s was de aanhoudende onrust in het gebied. Knokploegen van de NSB raakten slaags met de Joodse bevolking. Toen er bij een knokpartij een NSB’er werd gedood, namen de Duitsers wraak en hielden ze de razzia’s. Foto’s van de razzia’s.
De opgepakte mannen werden eerst naar Kamp Schoorl overgebracht met vrachtwagens. Schoorl was een Polizeiliches Durchgangslager. Ze waren de enige gevangenen. Na een medische keuring en verhoor over de Joodse achtergrond werden 38 zieke mannen teruggestuurd naar Amsterdam, waaronder Eddy de Wind, de schrijver van Eindstation Auschwitz. 389 mannen gingen op 27 februari per trein van Alkmaar naar Weimar. Een lange treinreis zonder eten volgde en op 28 februari kwam de groep in de stad Weimar aan. Daar werden ze in looppas de Ettersberg opgedreven, waar kamp Buchenwald lag. Slechts twee mannen overleefden de oorlog van deze groep mannen. De razzia’s vormden de aanleiding voor de Februaristaking op 25 en 26 februari 1941.
- De omstandigheden in het werkkamp Mauthausen waren erbarmelijk. Broer Arthur komt na twee maanden om het leven. Hij overleed op 26 april 1941, 25 jaar oud. Als officiële doodsoorzaak werd ʻGrippeʼ opgegeven. Niet alleen de bezittingen, maar ook de urn met as van Arthur werd naar Nederland gezonden. Op 8 augustus vond de bijzetting plaats op de Joodse begraafplaats in Diemen. De Duitse autoriteiten verboden familieleden daarbij aanwezig te zijn. De urn is na de oorlog, in mei 1948, bijgezet op het monument ter nagedachtenis van de Joodse slachtoffers op de Joodse begraafplaats in Muiderberg.
- Rudolf werd op 22 mei in een grote groep van 691 gevangenen, waarvan 340 Nederlands-joodse mannen die de honger en het wrede regime in Buchenwald hadden overleefd, naar Mauthausen gedeporteerd. Op 13 oktober kwam hij, 22 jaar oud, in dat kamp om het leven.
- Van het gezin Leiserowitz overleeft verder niemand de oorlog. Oudste dochter Frieda, die verloofd was, wees een aanbod om onder te duiken af. Ze had vertrouwen in de toekomst en wilde haar familie niet in de steek laten. Vanuit Westerbork werden zij naar Auschwitz gedeporteerd. Vader Mozes werd daar in augustus 1942 direct na aankomst omgebracht, moeder Esther en haar dochters Frieda en Esther werden in oktober 1942 vermoord.
Bekijk een reportage van Nieuwsuur met historicus Wally de Lange over het lot van de mannen van deze razzia’s.
Bronnen: Partij verloren… Gedenkboek ter herinnering aan de schakers in Nederland, die tijdens de bezetting zijn omgekomen. (Eggink & Schelfhout) | Joods Monument | Oorlogsbronnen | Stadsarchief | Stadsarchief 2 | Wally de Lang
Terug naar overzichtspagina
Er worden diverse bronnen gebruikt bij het opstellen van de artikelen over de 36, zoals de cartotheek en het boek ‘Partij Verloren’. Indien er aanvullingen of correcties op de betreffende artikelen zijn, neem dan contact met mij op via lode.broekman@gmail.com.